Snoei de vlammende kat na de bloei terug

Snoei de vlammende kat na de bloei terug

Daarom is het zinvol om te bezuinigen

Deze verzorging omvat regelmatig snoeien, wat altijd na de bloei moet gebeuren. Hoewel snoeien niet absoluut noodzakelijk is, verjongt het wel de plant en zorgt het ervoor dat de bladrozetten mooi stevig blijven en niet kaal worden. Door de jaren heen heeft de Flaming Käthchen de gewoonte zijn scheuten niet alleen snel omhoog te duwen, maar ontwikkelt hij ook langere, blad- en bloemloze stengels. Dit moet natuurlijk worden vermeden en daarom moet u de schaar pakken. Over een schaar gesproken: gebruik altijd een zo scherp mogelijk exemplaar om niet onnodig in de stelen te knijpen. Het instrument moet ook schoon zijn om geen ongewenste ziektekiemen in de plant over te brengen.

lees ook

  • Snoei de kraanvogel na de bloei terug
  • Vlammende Kathchen bloeit niet - wat te doen?
  • Plant een vlammende katie op het balkon

Snijd de vlammende Kathchen terug - zo moet het

En dit is de beste manier om verder te gaan bij het inkorten van de Kalanchoë:

  • Wacht tot alle bloemen zijn vervaagd.
  • Grijp je kans en verpot de plant direct in vers substraat.
  • Kalanchoë die regelmatig wordt verpot hoeft niet bemest te worden, u bespaart dus werk.
  • Snijd de stelen zo diep mogelijk.
  • Zorg er wel voor dat er nog oogjes (knopjes) onder de snee zitten.
  • Je kunt ook de snit zo instellen dat deze zich uitstrekt tot de volgende knop.
  • Uit deze knoppen of scheuten groeien de nieuwe bladeren.
  • Een snee onder de ogen zorgt ervoor dat de plant niet meer kan uitlopen.
  • Daarom is het beter om twee keer te kijken voordat je de schaar eindelijk aanbrengt.

De afgeknipte scheuten hoef je niet weg te gooien, maar kunnen uitstekend gebruikt worden voor verdere vermeerdering door blad- of scheutstekken. Tussendoor kun je ook gele bladeren en afgestorven bloemen uit de plant verwijderen. Beiden worden gewoon weggeplukt.

Tips

Wil je de Kalanchoë weer in bloei krijgen, dan mag de plant vanaf november niet langer dan negen uur per dag aan een lichtbron worden blootgesteld en mogen de temperaturen slechts rond de 16 tot 18 ° C liggen - de dikbladige plant behoort tot de kortedagplanten.