De zaden van de goudsbloem: kenmerken en zaaien

De zaden van de goudsbloem: kenmerken en zaaien

Eigenschappen van de zaden

Zoals alle zonnebloemen vormt de Tagetes na bevruchting achanaia, een verscheidenheid aan notenvruchten. De zaden zijn staafvormig en bevinden zich in kleine buisjes die na het bloeien zichtbaar worden.

lees ook

  • Zelf goudsbloemzaden oogsten - kan dat?
  • Scheid het zaaien van goudsbloem - dit is hoe het werkt
  • Goudsbloemen overwinteren, kan dat?

Oogsten van de zaden

Als je Tagetes zelf wilt vermeerderen, kun je de zaden van de uitgebloeide bloemen gedurende de gehele bloeiperiode oogsten. Verwijder in dit geval de bloemhoofdjes niet direct nadat ze zijn verbleekt en laat ze op de plant staan ​​totdat ze zijn uitgedroogd.

Pluk de zaadkoppen er voorzichtig af en laat ze volledig drogen. Bewaar de zaden op een droge en vorstvrije plaats tot ze gezaaid zijn.

Kweek goudsbloemen uit zaden

Om de goudsbloemen na de ijsheiligen in mei in de tuin of in een bloembak te planten (€ 13,18 bij Amazon *), moet je eind februari of begin maart beginnen met groeien. Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan zodat de goudsbloemen snel ontkiemen en gedijen:

  • De goudsbloem is een lichte kiem. De zaden mogen daarom alleen worden bedekt met een dun laagje aarde.
  • Bevochtig voorzichtig met een sproeier zodat de kleine korrels niet wegspoelen.
  • De optimale kiemtemperatuur ligt tussen de 18 en 20 graden.
  • Zet de kweekbakken op een lichte plek op de vensterbank. Directe zon moet echter worden vermeden.
  • Bedek de plantenbak met een hoes of een doorzichtige plastic zak.

Omdat goudsbloemen meestal plat worden gezaaid, moet u de jonge planten eruit prikken zodra het tweede paar bladeren is gevormd. Na de ijsheiligen moeten de goudsbloemen zorgvuldig worden gewend aan het buitenleven. Zet de potten in eerste instantie alleen overdag op een schaduwrijke en beschutte plek op het terras zodat de planten zich kunnen aanpassen aan de veranderde omstandigheden.

Tips

Tagetes zijn verkrijgbaar in een veelvoud aan verschillende vormen die verschillen in hoogte en bloemkleur. De eigenschappen van de hybriden worden echter niet altijd op een stabiele manier overgeërfd wanneer ze met zaden worden gekweekt.