Ranunculus - ziekten en plagen

Ranunculus - ziekten en plagen

Ziekte-besmetting - zelden het geval

In de regel wordt de ranonkelstruik niet aangetast door ziekten. Het wordt als robuust beschouwd en is minder vatbaar voor ziekten. Vaak zijn bepaalde symptomen op de plant niet te wijten aan ziekteverwekkers en hun schade, maar aan zorgfouten. Daarom: zorg goed voor je ranonkel!

lees ook

  • Ranunculus - alles over de bloeiperiode
  • Ranunculus - waar bloeit hij het meest uitbundig?
  • Ranunculus: Wees niet voorzichtig!

Phytophthora - herkennen en behandelen

Een ranonkel die zich op de verkeerde locatie bevindt en slecht is verzorgd, wordt vatbaarder voor ziekten. Soms kan een bacterievuurbesmetting optreden. U kunt een besmetting herkennen aan:

  • Bladeren worden geel tot bruin en drogen op
  • Bloemen verwelken voortijdig
  • Schiet tips krommen als een haak
  • Er verschijnen zweren op het hout
  • de plant sterft binnen enkele weken af

Snijd aangetaste delen van de plant af en gooi ze weg

In het geval van bacterievuur kan de plant alleen worden geholpen in de vroege stadia van de aanval. Aangetaste scheuten moeten zo snel mogelijk worden afgesneden. Het knipsel mag niet bovenop de compost komen. De ziekteverwekkers zouden kunnen overleven en zich later naar andere planten verspreiden. Gooi het maaisel daarom bij het huisvuil of verbrand het!

Welk ongedierte kan voorkomen?

Net als een besmetting door ziekten komt een plaagplaag uiterst zelden voor. Ranunculus-bladeren en -scheuten lijken voor de meeste plagen onaantrekkelijk. Alleen jonge planten die net zijn ontkiemd, konden zo nu en dan door slakken worden gegeten.

Ziekte- en plaagpreventie

Met deze maatregelen kunt u dit voorkomen:

  • Laat de ondergrond nooit uitdrogen
  • Mulch het wortelgebied
  • matig bemesten met vloeibare brandnetelmest
  • Vermijd radicale bezuinigingen
  • regelmatig uitdunnen
  • verwijder overtollige lopers
  • niet blootstellen aan directe middagzon
  • zorg voor een goede afwatering in het substraat

Tips

Zelfs een slechte standplaats - schaduwrijk, koel en vochtig of zonnig, heet en droog - kan binnen zeer korte tijd een negatief effect hebben op de ranonkel. Hij raakt zo verzwakt dat hij vatbaar wordt voor ziekten.